Vertalingen korter maken NL>FR
| korter maken (ww.) | diminuer (ww.) ; écourter (ww.) ; raccourcir (ww.) ; réduire (ww.) |
| het korter maken | abrègement (m) ; raccourcissement (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `korter maken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekortenNL: inkortenNL: verkorten